Algemene informatie over de cavia

De cavia (Cavia porcellus)

Algemeen

De cavia of guinees biggetje (in Duits: Meerschweinchen; Engels: Guinea-pig; Frans: Cobaye of Cochon d’inde; Spaans: Cobaya of Conejillo de Indias)(foutief ook wel marmot genoemd) is afkomstig uit Zuid-Amerika, waar ze door de Inka’s 3000 jaar geleden al als huisdier werden gehouden. De Spanjaarden en Hollanders brachten de cavia in de zestiende eeuw naar Europa, waar het na de kat en het konijn waarschijnlijk het meest populaire huisdier is geworden. Cavia’s zijn zeer sociale dieren die in groepen leven. Ze worden meestal in huis gehouden en zijn zeer geschikt voor kinderen, het zijn echte troeteldieren en bijten doen ze vrijwel nooit. Ook kunnen ze buiten in ruime hokken, in een ren of omheinde ruimte gehouden worden.

Algemene kenmerken:

Gewicht:                      700-1500 gr

Levensverwachting:      4-6 jaar

Draagtijd:                     ca 70 dagen     

Geslachtsrijpheid:         6-10 weken

Tenen:                         voorvoet 4, achtervoet 3

Gebit:                          boven en onder 2 snijtanden en 4 kiezen

 

Rassen

Cavia's zijn er in vele vormen en kleurslagen. Wat betreft de pels zijn er de gladharige, de satijn en langharige, kortharigen of rexen, en de borstelharigen en crested (gekruind=een kruin op de kop). De belangrijkste kleuren zijn goud-agouti (wildkleur), zwart, bruin, lilac, beige, rood, goud, buff, crème en wit. Verder zijn er diverse combinatiekleuren of tekeningdieren: brindle (kleurschakering verkregen door gelijkmatige verdeling van rood en zwart), schildpad (vierkante kleurvelden rood en zwart), Japanner, driekleur en hollandertekening. De satijnbeharing is mooi glanzend. De Amerikaans crested cavia is een interessante cavia, waarbij op de kop een wit gekleurde kruin op een overigens gekleurd lichaam voorkomt.

 

Verzorging

Geef cavia’s die in huis gehouden worden een ruime kooi (minimaal 40 x 70 cm). De bak kan veelal gewoon open zijn. Gebruik als  strooisel zaagsel. Schoon maken moet minimaal 2 x per week gebeuren. Neem de dieren dagelijks in de hand, zo worden ze steeds makker. Het is goed om ze rond te laten lopen, beweging hebben ze nodig. Zet dieren niet op de tocht. Cavia’s houden van warmte, maar geen volle zon. In een vorstvrije stal buiten in ruim strooisel en hooi komen ze de winter ook goed door. Minimaal eens per maand moeten de nagels gecontroleerd worden en zonodig geknipt.

Geluiden

Cavia’s communiceren door middel van diverse geluiden. Het fluiten wanneer de baas eraan komt of wanneer er voedsel geroken wordt, is wel het meest bekend. We kunnen ondermeer de volgende geluiden onderscheiden:

Fluiten: de cavia aandacht wil of krakende plastic zakjes hoort die hij associeert met eten, zal hij hard gaan piepen ook wel fluiten genoemd.

Klappertanden: het dreigsignaal: als de cavia kwaad is, gaat hij klappertanden. Hij gaat hoog op de poten staan met haren overeind.

Babbelen: de cavia voelt zich op zijn gemak, en maakt een soort van zachte knorrende en piepende geluidjes.

Seksueel geluid: brommend geluid uitgebracht door het beertje terwijl hij een wiegende beweging maakt.

Protest of nood kreet: een lange kreet geuit door dieren die schrikken of gebeten of verdrongen worden door soortgenoten.

 

Voeding

Cavia’s zijn planten eters: groenvoer is het belangrijkste onderdeel van de voeding. Net als mensen kunnen cavia’s niet zonder vitamine C!. Het binnenste van sinaasappelschillen die overblijven na het persen is daarom zeer geschikt voor cavia’s. Het liefst grazen ze in een rennetje. Gras en diverse wilde kruiden (paardenbloemen, weegbree, melkdistel, wikke, varkensgras, herdertasje) zijn zeer goed voedsel. Let wel op giftige planten zoals o.a. boterbloemen, varens, vingerhoedskruid, ridderspoor, diverse nachtschades en veel bolgewassen. Wortelen, komkommers, appels, peren, aardappelen zijn heel goed ook vanwege het noodzakelijke knagen, omdat hun tanden regelmatig moeten slijten. Als hardvoer zijn diverse korrels te koop maar ook een boterham wordt niet versmaad. Indien voldoende groenvoer wordt verstrekt is water soms niet nodig. Hooi moet altijd in ruime mate voorhanden zijn.

 

Voortplanting

Het grootbrengen van cavia’s in huis is een beleving, maar vraagt wat meer aandacht. De cavia draagt ca 70 dagen, waarna de jongen (meestal 3-4, maar to 8 is ook mogelijk) volledig ontwikkeld ter wereld komen en direct al rondlopen. Vaak eten ze binnen enkele dagen al wat mee. De zoogtijd is 3-5 weken. Fok niet met zeugen die ouder zijn dan 1 jaar, er is dan grote kans op problemen met de bevalling.

 

Ziekten en afwijkingen

Voorkomen is beter dan genezen. Voorkom voedingsfouten: zoals te veel, te nat of bedorven groenvoer. Zorg dat de dieren in goede conditie zijn, geef regelmatig beweging. Voorkom vocht en tocht. Als cavia’s echt ziek worden is er vaak niets meer aan te doen.

Diarree of buikloop wordt veroorzaakt door verkeerd voedsel, zet het dier apart geef enkele dagen geen groenvoer maar hooi en water eventueel met toevoeging van vitamine C.

Verkoudheid: de cavia is snifferig en niest, veroorzaakt door tocht of vocht. Houd het dier warm en geef extra fruit (vitamine C!).

Vitamine C-gebrek of scheurbuik: een ziekte die ook voorkwam bij de zeevaartlieden op lange reizen waarbij geen verse groente en fruit meer beschikbaar waren. De cavia is lusteloos, heeft pijn met lopen, de tanden gaan los zitten. Dit kan optreden als caviavoer zonder vitamine C (of als het te oud is) en alleen wat groenvoer met weinig of geen vitamine C gegeven wordt.

Schurft: jeuk, veelvuldig krabben en kale plekken wijst op de aanwezigheid van mijten of schurft. Er zijn diverse middelen waarmee de dieren gewassen moeten worden. Ook toediening van een systemisch middel via injectie of via de mond (bv. ivomec) werkt zeer effectief.

Verlamming: een besmettelijke virusziekte kan verlammingen veroorzaken en uiteindelijk de dood tot gevolg hebben. Ook kan (een deel van) het achterlichaam van een cavia verlamd raken na een val uit het hok, vaak herstelt zich dat weer.

Gebitsafwijkingen: de tanden van de cavia groeien levenslang door, als er één afbreekt is normaal eten soms niet goed mogelijk. Na enkele weken komt dit weer in orde. Als de tanden te lang zijn geworden, wordt eten ook onmogelijk en moeten ze ingekort worden.

Lange nagels: Soms zijn de nagels van de cavia erg lang en deels opgekruld waardoor lopen moeilijk gaat. De nagels van cavia’s moeten daarom regelmatig geknipt worden. Dit kan met een nagelknippertje, maar denk om de bloedvaten die een stuk in de nagel doorlopen.  

Osteodystrofie is een stofwisselingsziekte die de botten aantast. Enkele jaren geleden is gebleken dat met name in bepaalde stammen satijncavia's deze genetische afwijking veel voorkomt. Het is dus zaak alleen met dieren te fokken uit gezonde stammen. Zelf fok ik al 25 jaar satijncavia's en ben deze ziekte nog nooit tegengekomen.